1.
Behoudens buitengewone omstandigheden wordt de vrijstelling slechts verleend voor goederen die voor het vrije verkeer worden aangegeven:
a) ten vroegste twee maanden vóór de voor dit huwelijk vastgestelde datum. In dit geval is de vrijstelling onderworpen aan het stellen van een passende zekerheid, waarvan de vorm en het bedrag door de bevoegde autoriteiten worden vastgesteld, en
b) uiterlijk vier maanden na de datum van het huwelijk.
2. De in artikel 12 bedoelde goederen kunnen, binnen de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde termijn, in gedeelten in het vrije verkeer worden gebracht.